Rimor20182

Azincourt

Niet vergeten!

  • euh... eten ...? Deze keer hebben we feitelijk te weinig mondvoorraad mee. Allicht omdat we er niet echt in geloofden dat we deze keer wél zouden vertrekken.
  • lichtje op dashboard (zie vorige uitstap: Hoge Kempen) is gemaakt: vlgs. Bram (Putseys) een vuile turbosonde, nu gekuist, check eventueel vermogenverlies
  • ...
  • Paasmaandag 2/4 Oud-Heverlee - La Pommeraie/Nuncques-Hautecôte

    Na twee gemiste pogingen wegens zeer hardnekkige griep (de ene keer ik, de andere Vé), zijn we dan toch op weg naar Azincourt.

    Eerste stop na dikke 200km: La Pommeraie. We staan aan een B&B met 8 camperplaatsen. Vriendelijke man. Schappelijke prijs: 10euro (water & elektriciteit & wifi inbegrepen). We besluiten meteen voor 2 nachten te blijven: Azincourt ligt hier immers maar +/- 20km vanaf. Zo kunnen we morgen rustig op en af naar het museum/slagveld.

    Eerst sukkelen we wat met een nieuwe gasfles: het gasvuur wil maar niet branden. Nadien hebben we door dat we gewoon wat langer op de ontspanner(s) moeten drukken en geduldig de resterende lucht uit de leiding laten gaan. Wel allebei fier dat we het opgelost hebben ;-).

    Na de koffie en lekkere broodjes van Vé heeft Vé een babbel met de madame van de B&B. Ze legt uit dat padden de grootste vijanden zijn van hun goudvissen. De padden komen nu hun eitjes leggen in de vijver. De vissen eten die op. Dat vinden de padden niet leuk. Ze vallen de goudvissen aan door boven op hen te gaan zitten en hen de ogen uit te krabben .... Pff... we gaan in het veld wandelen. Veld, veld, veld, ... leeuweriken, fazanten, patrijzen, windmolens en een jonge haas die vlak naast de weg met de oren plat op het achterlijf roerloos in het gras blijft zitten. We kunnen hem bijna aaien.

    Waarom Azincourt?

    Tijdens de Kerstvakantie een boekje in solde gekocht in de Stonemanor. Juliet Barker, Agincourt. Een ontdekking. Razend interessant. Over één van de - zeker voor de Engelsen - beroemdste veldslagen uit de 100-jarige oorlog (waar ik trouwens to-taal niks van wist). Ik werd er zo door gefascineerd dat ik het plekje Azincourt (met een 'z', de Engelsen spellen het met een 'g') wilde bezoeken. Zeker toen ik doorhad dat het ergens onder Arras - dus vlakbij - ligt. Voor de Engelsen is Agincourt een begrip. 'It is deeply engraved in the national psyche', zegt Barker. De Engelsen, zwaar in de minderheid, uitgeput door dysenterie, vernietigden er bijna de totale Franse adel. En dat met aan handvol boogschutters tegen uitstekend uitgeruste zwaar bewapende Franse ridders. Het is het einde van een tijdperk: dat van de middeleeuwse ridderlijkheid. Shakespeare heeft het mee onsterfelijk gemaakt door de Saint Crispin speech die Henri V de avond voor de slag voor zijn troepen hield. Daarin staat het 'band of brothers' idee centraal :
    We few, we happy few, we band of brothers; For he to-day that sheds his blood with me Shall be my brother;
    Henri V zou die avond zijn boogschutters ook hebben 'wijsgemaakt' dat de Fransen hen wijs- en middelvinger zouden afsnijden (en vandaar het bekende 'up yours' gebaar). Barker legt uit hoe de Engelsen bekend stonden als goeie 'strongbow' schutters. Hoeveel pijlen per minuut (!) ze schoten, hoe die pijlen werden gemaakt, wat een harnas kostte, hoeveel paarden een ridder had, enz. Maar bovenal legt ze uit hoe het mogelijk is geweest dat de fine fleur van de Franse adel, door een groepje Engelse boogschutters to-taal de pan werd ingehakt. Enfin, ze heeft me écht nieuwsgierig gemaakt.

    Benieuwd hoe de slag vanuit Frans standpunt wordt verteld. Maar dat is voor morgen ... ;-)

    dinsdag 3/4 La Pommeraie/Nuncques-Hautecôte - Azincourt

    Voilà. Om 10:15 staan we voor de deur van het museum(pje) van Azincourt. Voor ons een Engels koppel met zoontje. 'Ze guide will be wiz you in a momént ...' zegt de dame aan de kassa. Alle commentaren in het Frans én het Engels. Niet voor niks: later zien we nog Engelsen toekomen. Dat moet hier voor hen een soort bedevaartsoord zijn.
    Leuk museum met een grote maquette van de troepenopstelling, dia/video met het verloop van de veldslag en allerlei 'praktische' items. Zo kan je bijv. je hoofd in diverse modellen van helmen steken om zelf te ervaren hoe weinig je door zo'n vizier van een ridderhelm ziet. Of kan je allerlei middeleeuwse wapens in de hand nemen om te voelen hoe zwaar ze zijn (en dat zijn ze!), enz. Op het einde krijgen we een plannetje met wandeling rond het slagveld. 't Is (nog) mooi weer, dus wij op stap voor een wandeling van 5.2km. Van Azincourt (de Franse kant) naar Maisoncelles (de Engelse) en dan naar het slagveld. Daar begrijp je veel beter hoe de Franse ridders, in volle wapenuitrusting, door de kleverige modder zijn geploeterd onder een moordende pijlenregen. Net zoals toen, heeft het immers de voorbije dagen veel geregend. (Gek, he? Die andere zware nederlaag van de Fransen, in Waterloo, werd ook sterk beïnvloed door de regen en de modder ...)

    Na onze wandeling, gaan we een slaatje eten in de enige bar/brasserie van het dorp, op de hoek van de rue Charles VI en de rue Henri V ... beetje voorbij de rue des Archers ;-). Dan gaat het richting Fruges omdat daar de dichtst bijzijnde supermarkt zou zijn volgens de cafébazin. En we weten uit ervaring dat je, hier in het Noorden van Frankrijk, een winkel moet binnenstappen als je er één ziet. Anders loop je het risico 50km te moeten omrijden. De plaatselijke Carrefour blinkt niet uit in veggie producten maar we vinden wel iets te eten en te drinken (plaatselijk bier, Jenlain d'Or en cider, La Mordue, Hard Cider français). Dan door de plenzende regen via St Pol terug naar La Pommeraie. Nu apero, AG (Assemblée Générale) voor morgen en dan wok eten.

    woensdag 4/4 La Pommeraie/Nuncques-Hautecôte - Naours/Ponthoile

    Na gisterenavond hebben we allebei allicht één van de slechtste nachten ooit achter de rug. Tijdens onze apero blééf de frigo maar aanslaan. Om de minuut. 4 uur aan een stuk. We hebben alles geprobeerd: van wisselstroom, naar gas, naar gelijkstroom. Aan/uit. Niks hielp. Zelfs als we de stroom helemaal afzetten, bleef het ding draaien. Om de minuut. Gedurende 25 seconden. We werden er radeloos van. En dachten: 'Lap, nu is het de ijskast die het laat afweten ... en dat na de woonbatterijen, de Webasto, het zonnepaneel, enz. Eergisteren hadden we door de felle regen ook al een waterlek(je) in het dak. Net boven het bed. Kussens nat. Niet erg maar toch niet bijster goed geslapen ... Wie gisterenavond een mobilhome voor een prijsje wilde, had het geen 2 x moeten zeggen.

    Vanmorgen stonden we dus klaar om gewoon terug naar OH te rijden. Tot we dachten:'We zijn hier nu toch. Als die frigo onnozel blijft doen (en hij deed normaal), kunnen we vanavond nog altijd beslissen...

    Zo gedacht, zo gedaan. Op naar Naours, naar 'sa ville souterraine médiévale'. Om 10:10 zijn we daar de eerste klanten. 'Si vous n'êtes pas revenus après 2 heures, on prévient les pompiers', grapt het vriendelijke meisje aan de kassa. De ondergrondse 'stad' van Naours is ... indrukwekkend. Een wirwar van 'muches' (in de rots uitgehouwen kamers) en gangen, al dan niet (opzettelijk) laag gehouden of vernauwd waar de dorpelingen zich tot 30 meter onder de grond verstopten voor de talloze troepen die de streek onveilig maakten: Noormannen, Engelsen, Spanjaarden, enz. We zijn wéér helemaal mee ;-). Wat nog eens bewijst dat het 'avontuur' aan een zijden draadje hangt.

    Vanuit Naours gaan we naar Ponthoile, vlakbij Le Crotoy aan de baai van de Somme. Daar gekomen, in de gietende regen, installeren we ons op 1 van de emplacements 'avec vue sur les canards', zoals de campingbaas zegt. We zitten hier midden in de prés salés. De eigenaar van de camping, La Safrière, kweekt in de winter trouwens de gekende 'pré salé' schapen, geroemd om hun speciaal vlees, zoet en zout tegelijk omdat ze grazen op de zilte weiden van de baie de la Somme. (Hier is het ook iets duurder: 20 euro per nacht voor ons 2, elektriciteit in.)

    Na de middag gaan we met de fiets naar Le Crotoy. De leuke fietspaden doen ons zowaar aan het Veerse Meer denken. Le Crotoy lijkt wel te ontwaken uit een winterslaap. Overal zijn er wegenwerken. Sommige restaurants zijn nog dicht, in andere halen ze de winterzeilen binnen. Franse toeristen (hun vakantie begint binnen 2 dagen) op de dijk. Le Crotoy is wel niet meer zo knap als in onze herinnering: te veel armtierige poisonneries met moules bouchot, scampis en andere fruits de mer en vooral: onvriendelijke cafémensen en vuile WC's. We vertrekken in de str..regen. Na 1 minuut zijn we doorweekt. Nog 10 km te fietsen met klets kletsnatte kleren. Gelukkig is er Zubrowka in de WoMo. En een warme douche! Stoofschotel met aubergines en champignons.

    donderdag 5/4 Ponthoile - Montreuil s Mer

    Het is niet mijn gewoonte, maar ik zet mijn gsm direct aan als ik wakker wordt. En zie: een bericht van Tom. Deze nacht is NOX geboren!!! 50cm en 3.27kg!

    Nog altijd regen als de bakkerin toeterend langskomt iets na 8 uur. Als ik haar zeg dat het lekker ruikt in haar autootje vol brood en croissants, moet ze lachen. Na het ontbijt nemen we afscheid van de campingbaas die ons nog wat leuke anecdotes vertelt over de schapen van de pré salé. Op naar Montreuil. Daar toegekomen bellen we met Evelyne en met de overgelukkige en oververmoeide, kersverse vader.

    Montreuil is een mooi stadje, volledig omwald. Vroeger - lááng geleden - een belangrijke zeehaven. Na de 10de eeuw verzandde de Canche en werd Montreuil meer een vestingstad. In WO1 was het bijv. hier dat veel geallieerde troepen hun HQ achter de linies opsloegen. Zo ook de Engelsen. Vandaar dat er op het stadsplein een ruiterstandbeeld staat van generaal Haig (ja, die van de whisky) de door mij bijzonder gehate opperbevelhebber die duizenden soldaten jarenlang de dood injoeg.
    Op het plein stappen we een echte boekenwinkel binnen. We kopen La Guerre de 100 Ans, La vie secrète des arbres, L'ordre du jour en Lettres des animaux à ceux qui les prennent pour des bêtes. Als we 1 envelop vragen om ons wenskaartje naar Tom en Nadia te sturen, wil de dame er geen geld voor. Net op tijd in de post om 1 zegel 'pour la Belgique' te kopen. We wandelen helemaal rond het stadje over de wreed hoge (tot 30m) - meestal zonder leuning - remparts. Gaan een lekkere soep (endives caramélisées et chicorée) eten met een Flamiche (een plaatselijke quiche) met prei en champignons + pintje van le Coq hardi in het gezellige le Pot du Clape. Gelegen in de minuscule maar zeer leuke arbeidershuisjes van le Clape en bas (2 plaatsjes en combles, de zolder).Vé wordt jaloers als ze de prachtige hout gestookte oven ziet waarin heerlijk brood en flamiches worden gebakken.

    En dan een digestief wandelingetje in de vieille forteresse met prachtige zichten op de omgeving. We zien ook een bricole (middeleeuws werptuig), casemates, het arsenaal ontworpen door Vauban en een tt over vleermuizen (de kleinste vleermuis is ... 3 cm groot met een spanwijdte van 12cm! Nog eens herlezen hoe hun 'radar' juist werkt, zie Dawkins The Blind Watchmaker.)

    Ten slotte terug naar het centrum waar we een Petrus van het vat en een witte wijn drinken in bar/tabac le Diplomate voor ... 5euro. Slaatje met hamburger. De 'aire' staat inmiddels goed vol met vnl. Engelsen terwijl de Fransen hier vlak naast aan het pétanquen zijn.(De aire staat niet voor niks snel vol: de 8 emplacements zijn ... gratis.)

    vrijdag 6/4 Montreuil s Mer - Enquin-les-Mines/Fléchinelle

    6:58 - 7graden in de WoMo. We zetten de verwarming op. 'Journée ensoleillée!', zeggen ze op France Bleue Picardie. De 'grève perlée' treft deze week vooral de SNCF. En als je de radio mag geloven, doet het pijn. Eén van de verantwoordelijken komt uitleggen dat het op niks trekt dat zijn dagelijkse trein zal vervangen worden door een bus. Maar ook dat het veel ingewikkelder is dan het lijkt. Wanneer hij vertelt dat elk treinticket voor 75% gesubsidieerd wordt, begrijp je beter waarom de SNCF (lees Macron) de besparingen (afschaffing van verschillende lokale lijnen) absoluut wil doorvoeren.

    Iedereen in het camperdorpje slaapt nog. 7:50 - 17graden. Tegen 8:45 is de zon er en komt er stilaan beweging in de Engelse, Franse en Belgische motorhomes. Wij wachten rustig tot alles is opgewarmd. Het heeft immers geen zin nu te vertrekken: de ochtendspits en de staking zorgen voor vertragingen rond Lille, Beauvais, enz. Nog een zjatteke koffie.

    Rond 10:15 komen we toe aan la Ferme des Templiers in Enquin-les-Mines, in het gehucht Fléchinelle. We zijn door de streek Flandre Lys gereden. In wat vroeger het grensgebied was tussen Vlaanderen en het graafschap Artois. Soms kan je de Vlaamse namen van de dorpen nog helemaal herkennen: Dennebroecq of Haverskerque maar soms moet je een beetje raden: Fleurbaix ('baix' is de Franse aanpassing van 'beke') of Estaires (het dorp heette Stegers tot in 1769). In de Ferme zelf is het een beetje zoeken maar dan ontmoeten we de dame des huizes, Isabelle. Ze is hees en hoest maar dat belet haar niet honderd uit te vertellen over de restauratie van de prachtige vierkantshoeve, haar plannen met een schitterende airstream caravane (helemaal heringericht met keuken, zetels, enz. op maat), de roulotte die ze er naast gaat zetten of het 'winkeltje' waar ze ons gedurende meer dan anderhalf uur(!) uitleg geeft. Ze verkoopt enkel Franse producten van start-ups. Slip-de-France, parfum, appelsap, juweeltjes, enz. alles heel 'class' gepresenteerd in de gerestaureerde dépendances' (de vroegere stallen). Ondertussen komen we ook te weten dat haar man anesthesist is, haar schoonouders van 84 en 86 sinds kort in een gedeelte van de hoeve wonen, haar dochter van 23 morgen naar Canada vertrekt, .... Enfin, een vriendelijke madame. We kopen een (echt Frans!) beertje voor Nox, chocolade en een calepin (plus de overnachting, elektriciteit in: 7 euro)

    Als het lukt, gaan we na het middageten wat wandelen in de zon. Als het lukt, want Vé heeft zich vanmorgen pijn gedaan in een verkeerde beweging. Ze kan moeilijk stappen en heeft rugpijn... En het is gelukt! We wandelen een stuk van de Sentier des Vieilles Pierres, van Fléchinelles naar Sery en terug. Akkers, weiden, schamele huizen met autowrakken en rommel in de tuin. We komen voorbij een 'coron', een mijnwerkersdorpje van 66 ooit identieke huisjes uit de 19de waar het zo mogelijk nog wat triestiger is. De bazen hebben de lege mijn achtergelaten. De mijnwerkers wisten precies niet meer waarheen. Her en der zie je nog een steenkoolwagonnetje met wat bloemen. Aan de ingang van de mijn hangen wat verroeste helmen en houwelen. Op een grote grijze terril staan wat amechtige boompjes. Hier steekt de luxueuze Ferme des Templiers wel heel fel tegen af... Maar de zon schijnt. Indiana, het paard in de wei naast ons, komt even goeiedag zeggen. We zitten nog wat buiten in de warmte. Binnen maken we nadien plannen voor een langere trip in mei. Morgen gaan we via Zillebeke (Ieper) naar huis.

    zaterdag 7/4 Enquin-les-Mines/Fléchinelle - Oud-Heverlee

    6:57 - 9graden in de WoMo. Overal hanengekraai, ganzen en eendengekwaak, roekoekoes van tortelduiven, ... la Basse-Cour se réveille! Om 7:00 krijgen we er de kerkklokken bij. Af en toe passeert er een auto, een tractor, een camionnette ... 8:00 - 19graden in de WoMo - croissants, pp choco en baguettines die Isabelle heeft klaar gezet. We gaan via Hazebrouck, Bailleul, enz. naar de Palingbeek in Zillebeke. Hier kwam Kiki wandelen. Wij gaan kijken naar de 600.000 beeldjes die symbool staan voor de 600.000 gesneuvelde soldaten op Belgisch grondgebied uit WO1. Tegen 13:30 zijn we terug in OH. Prachtig weer. 23 graden op het terras.

    Totaalprijs overnachtingen: 47 euro voor 5x2 personen.